Hoe we praten tegen onze kinderen, wordt hun innerlijke stem.

Bureau Geel Coaching • 28 november 2025

“The way we we speak to our children becomes their inner voice”

In het Nederlands: hoe we praten tegen onze kinderen, wordt hun innerlijke stem.

Die ene zin raakt meteen twee generaties. We zijn allemaal kind geweest, met ouders, verzorgers of andere belangrijke volwassenen om ons heen. Hun woorden, toon en blikken leven nu door in hoe wij met onszelf praten. En misschien ben jij ondertussen zelf ouder. Dan bouw je, vaak zonder het door te hebben, elke dag met jouw woorden mee aan de binnenwereld van je kind.

Dat is geen reden voor schuldgevoel, maar wél een uitnodiging om bewust te kijken naar taal, patronen en de stemmen die meereizen.


De innerlijke stem: meer dan zomaar gedachten

In de psychologie noemen we het onze innerlijke dialoog: de stroom gedachten en zinnen die je de hele dag door tegen jezelf zegt. Die ontstaat niet zomaar. Als kind ben je afhankelijk van de volwassenen om je heen. Wat zij zeggen over jou – en óver zichzelf – wordt langzaam de bril waardoor jij naar jezelf gaat kijken.


Hechtingspsychologie spreekt over interne werkmodellen: diepgewortelde ideeën als “ik ben oké”, “ik ben lastig”, “ik moet sterk zijn” of “ik mag geen last zijn”. De cognitieve psychologie noemt het schemas: overtuigingen die steeds opnieuw meespelen in hoe je situaties interpreteert.


Misschien heb je vaak gehoord: “Doe niet zo aanstellerig.” Of: “Je kan het toch nooit goed doen.” Of: “Je bent veel te gevoelig.” Het zijn dan nog zinnen van een ander, maar na jaren herhaling schuiven ze naar binnen. Op een gegeven moment denk je niet meer: “Dit is wat mijn ouder zegt.” Je denkt: “Dit bén ik.”


Gelukkig werkt het ook de andere kant op. Boodschappen als “Je mag fouten maken, zo leer je”, “Vertel maar, ik luister” of “Je bent oké zoals je bent” kunnen net zo goed onderdeel worden van je innerlijke basis. Dan zegt die stem later: “Ik hoef niet perfect te zijn”, “Mijn gevoel mag er zijn”, “Ik ben de moeite waard, ook als het tegenzit.”


Jij als volwassene: de oude stem in een nieuw leven

De invloed van die innerlijke stem merk je vaak op momenten dat het spannend is. Je maakt een fout, iemand heeft kritiek, je neemt rust of kiest voor jezelf. Precies dan komt er een koor van gedachten op gang.


Misschien hoor je: “Schiet op, stel je niet zo aan.” Of: “Anderen hebben het zwaarder, niet zeuren.” Of: “Dit kun jij niet, waarom dacht je dat ook?” De toon is soms harder dan nodig, de lat hoger dan gezond. En ergens lijkt die toon verdacht veel op iemand uit je verleden.


Die geïnternaliseerde stem raakt aan veel thema’s in je dagelijks leven. Je zelfbeeld bijvoorbeeld: voel je je in de kern oké als mens, ook als iets mislukt? Of krijg je het gevoel dat je jezelf voortdurend moet bewijzen? Je grenzen worden erdoor beïnvloed: durf je nee te zeggen, of hoor je direct dat je niet lastig mag zijn? Je stressniveau en perfectionismeworden groter als de stem in jou weinig ruimte laat voor falen, pauze of zachtheid. En in relaties kun je mensen aantrekken die doen denken aan die oude stem, waardoor kritiek extra zwaar binnenkomt.


Veel mensen zoeken hulp omdat ze “vastlopen in werk” of “balans missen”. Onder die concrete vraag ligt vaak een subtielere: mag ik van mezelf mens zijn, of moet ik voortdurend voldoen? De manier waarop we met onszelf spreken, speelt daar een centrale rol in.


Jij als ouder: jouw woorden als fundament van een binnenwereld

Als we de focus verschuiven naar jou als ouder of verzorger, wordt zichtbaar hoe dezelfde dynamiek nu verdergaat in de volgende generatie.


Je kind luistert niet alleen naar wat je zegt, maar voelt ook hoe je het zegt. De toon, de zucht na een lange dag, de blik als er iets misgaat, de spanning in je schouders: het telt allemaal mee. Kinderen zijn van nature geneigd hun ouders te geloven. Ze denken niet: “Interessant, dit zegt meer over de draagkracht van mijn vader of moeder dan over mij.” Ze trekken simpelweg de conclusie: “Als zij dit zeggen, zal het wel kloppen.”


Boodschappen die vaak herhaald worden, worden overtuigingen. “Je bent zo moeilijk” verandert in “ik bén moeilijk”. “Je bent de slimste, jij mag geen fouten maken” wordt “ik moet altijd presteren, falen is gevaarlijk”. “Doe normaal, stel je niet aan” wordt “mijn emoties zijn niet normaal, ik moet ze verstoppen.”


Tegelijkertijd kunnen herhaalde steunende zinnen enorm helend zijn. “Je mag verdrietig zijn” groeit uit tot “mijn gevoel mag er zijn”. “Ik ben trots op hoe je het probeert” wordt “mijn inzet telt, niet alleen de uitkomst”. “We maken allemaal fouten, ook grote mensen” plant het zaadje: “ik hoef niet perfect te zijn om geliefd te zijn.”


Jouw woorden zijn dus niet alleen reacties op losse situaties. Het zijn bouwstenen van de innerlijke stem van je kind. In die stem wordt later bepaald of je kind zichzelf durft te troosten als het moeilijk is, fouten durft te maken, hulp durft te vragen, grenzen kan voelen en aangeven.


Kleine verschuivingen in taal, groot verschil in gevoel

Het mooie is: je hoeft geen compleet nieuwe opvoedstijl uit te vinden om een verschil te maken. Vaak zit het in kleine verschuivingen.


Een eerste verschuiving is van label naar gedrag. Als je zegt: “Je bent slordig”, plak je een stempel op wie je kind is. Als je zegt: “Je kamer is nu rommelig, laten we kijken hoe je het kunt opruimen”, focus je op wat er gebeurt en wat er nodig is. De impliciete boodschap verandert van “met jou is iets mis” naar “dit gedrag heeft aandacht nodig, en ik help je daarbij”.


Een tweede verschuiving is van oordeel naar nieuwsgierigheid. “Wat dóe jij nou weer?!” sluit af, roept schaamte op en maakt dat een kind zich terugtrekt of in de verdediging schiet. “Wat is er gebeurd? Vertel eens” opent juist. Je laat merken dat je eerst wilt begrijpen voordat je reageert. Een kind dat dit vaak ervaart, ontwikkelt later makkelijker een onderzoekende houding naar zichzelf in plaats van direct te oordelen.


Een derde verschuiving gaat over emoties erkennen én begrenzen. “Doe niet zo kinderachtig, stel je niet aan” geeft de boodschap dat het gevoel niet klopt. Terwijl: “Ik zie dat je heel boos bent, dat gevoel mag er zijn. En je mag niet slaan” zowel ruimte geeft aan de emotie als duidelijke grenzen stelt aan het gedrag. De ene boodschap maakt emoties verdacht, de andere maakt ze menselijk en hanteerbaar.


In al deze verschuivingen klinkt dezelfde kern: jij bent oké als mens, jouw gedrag heeft soms sturing nodig. En die nuance maakt een wereld van verschil in de stem die een kind later binnenin zichzelf hoort.


De cirkel verzachten: twee bewegingen tegelijk

Dit alles betekent niet dat je nooit meer mag zuchten, scherp reageren of iets zeggen waar je later spijt van hebt. Perfect ouderschap bestaat niet. Bewust ouderschap is genoeg.


De cirkel verzachten begint bij erkenning. Erkennen dat jij een innerlijke stem meedraagt die niet helemaal van jou is. Erkennen dat sommige zinnen die je tegen jezelf zegt, ooit van iemand anders waren. Erkennen dat je die soms – zonder het te willen – doorgeeft aan je kind.


Van daaruit kun je twee bewegingen maken.


De eerste beweging is naar binnen. Je gaat één laagje zachter praten tegen jezelf. Je merkt op: “Dit is die oude stem weer.” En je kiest bewust voor een andere zin. In plaats van “ik doe het nooit goed” misschien: “dit ging niet zoals ik hoopte, maar dat zegt niets over mijn waarde.” In plaats van “ik stel me aan”: “mijn gevoel is misschien heftig, maar het is niet voor niets.” Zo ontstaat er langzaam ruimte voor een innerlijke stem die minder streng, maar eerlijker en steunender is.


De tweede beweging is naar je kind. Je kiest een paar boodschappen die je bewust wilt doorgeven. Dat fouten bij het leven horen. Dat gevoelens er mogen zijn. Dat liefde niet afhankelijk is van prestaties. Dat je grenzen stelt omdat je om je kind geeft, niet omdat je het afwijst. En je zoekt naar momenten in de dag om die boodschappen hardop uit te spreken: aan de eettafel, in de auto, bij het naar bed brengen, na een ruzie.


Je zult blijven uitglijden. Je zult soms toch harder woorden gebruiken dan je wilt. Ook dát is onderdeel van het leven samen. Het verschil zit in wat je daarna doet. Door te kunnen zeggen: “Ik werd net heel boos, dat was heftig, het spijt me”, laat je zien dat relaties niet breken op fouten, maar kunnen herstellen. Je kind leert dat het oké is om mens te zijn, en dat het veilig is om verantwoordelijkheid te nemen voor je gedrag zonder jezelf af te keuren.


Hoe we praten tegen onze kinderen, wordt hun innerlijke stem.
En hoe we vandaag leren anders tegen onszelf te praten, verandert mee wat we doorgeven. In die beweging ontstaat ruimte voor een mildere generatie: kinderen én volwassenen die niet harder hoeven te zijn dan nodig, maar stevig genoeg om te voelen, te vallen, op te staan en zichzelf daarin niet kwijt te raken.

Contact naar aanleiding van deze blog? Laat je gegevens achter...